Samenvatting
‘De terrorist, de comapatiënt en de vluchteling – dat zijn de nieuwe rechtelozen. Giorgio Agamben noemt ze homines sacri, de heilige mensen die uit de samenleving zijn verbannen.’ – Filosofie Magazine Sinds de verschijning in 1995 is Homo sacer in en buiten Europa onderwerp van vele, vaak heftige discussies. In dit boek behandelt de Italiaanse filosoof Giorgio Agamben de relatie tussen politiek en leven. In het oude Romeinse recht was de homo sacer een mens die door iedereen straffeloos gedood mocht worden. Hij werd buiten het menselijke én het goddelijke recht geplaatst. De homo sacer markeert de grens tussen het burgerrechtelijke leven en het naakte, onbeschermde leven. Dit leven op de grens, in een niemandsland, biedt Agamben de sleutel tot een kritische analyse van de westerse politieke traditie, waarin het leven de inzet van de politiek is geworden en de politiek veranderd is in biopolitiek. Aan de hand van de relatie tussen het naakte leven en de soevereine macht – van Aristoteles via de Verklaring van de rechten van de mens en de burger tot Auschwitz – presenteert de auteur het concentratiekamp als het paradigma van de moderne tijd. Het kamp blijkt de ruimte te zijn waarin regel en uitzondering, leven en dood niet meer van elkaar te onderscheiden zijn. Met een nieuw voorwoord van Gert-Jan van der Heiden Giorgio Agamben (1942) is een hedendaagse Italiaanse filosoof. Zijn filosofische werken op het gebied van taal, cultuur, godsdienst en politiek zijn in vele talen vertaald. Bij Boom verschenen eerder Profanaties (2016) en Idee van het proza (2019).