Samenvatting
Inleiding personenvennootschappen behandelt het recht inzake de personenvennootschappen, te weten de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap. De vorige druk van deze Inleiding verscheen twee jaar geleden. In die druk kondigden wij een nieuwe moderne wettelijke regeling voor de personenvennootschappen aan. Deze regeling biedt een nieuw, modern, compact en duidelijk wettelijk kader voor de Nederlandse personenvennootschappen. De personenvennootschap wordt een rechtspersoon met een eigen vermogen. Helaas is deze wettelijke regeling er nog steeds niet. In deze druk verwerken wij relevante literatuur en jurisprudentie die sinds juni 2019 verscheen. Dit boek besteedt uitgebreid aandacht aan de vennootschapsrechtelijke aspecten van de personenvennootschap, evenals aan het vennootschapsgoederenrecht. Er wordt onder meer ingegaan op het ontstaan van de vennootschap, de inbreng in de vennootschap en de gevolgen daarvan, de verhoudingen tussen de vennoten onderling en hun verhouding met derden, haar faillissement, ontbinding, vereffening, verdeling en/of afwikkeling, haar voortzetting en ‘omzetting’ in een andere ondernemingsvorm. De personenvennootschap vormt een hybride figuur in het Nederlandse recht. Enerzijds ziet de wet haar van oudsher als een contractuele samenwerkingsvorm, waarbij niet de personenvennootschap zelf, maar de vennoten de dragers van rechten en plichten zijn. Anderzijds is de maatschappelijke realiteit dat de personenvennootschap steeds vaker als een eenheid wordt beschouwd die zelfstandig aan het rechtsverkeer deelneemt. Het personenvennootschappenrecht roept zowel voor de theorie als de praktijk interessante vragen op. In deze inleiding wordt voor de verschillende leerstukken het geldende recht weergegeven. Het boek wordt afgesloten met een hoofdstuk waarin enkele fiscale aspecten van de personenvennootschappen aan de orde komen. De auteurs zijn verbonden aan de juridische faculteit van de Universiteit Maastricht.