Samenvatting
Uitbreiding van het kiesrecht, de opkomst van politieke partijen en verzuiling, en de groei van de coöperatieve beweging leidden in de periode 1880-1930 tot grote veranderingen in de sociale en politieke organisatie van het Gelderse platteland. In dit boek wordt onderzocht of deze ontwikkelingen de politieke emancipatie van de boerenbevolking tot gevolg had. Kregen de boeren meer macht op het platteland? Piet van Cruyningen laat zien, dat dit maar ten dele het geval was. Kleinere boeren kregen weliswaar meer toegang tot de macht, maar de invloed van traditionele elites van grote boeren kalfde juist af. Het eindresultaat van de veranderingen was paradoxaal. Enerzijds lijken in de lokale en regionale politiek vooral de niet-agrarische middengroepen meer invloed te verwerven. Anderzijds werd een hecht netwerk van door boeren bestuurde verenigingen en coöperaties opgebouwd: de basis voor het later zo machtige Groene Front.