Samenvatting
Tussen de pest, die de Spaanse veroveraars meebrachten uit Europa, en het blinkende goud van de Inca’s, lag een lange weg. Francisco Pizarro voer met zijn bemanning over twee oceanen naar het zuiden en marcheerde met het leger verder naar de Inca-stad Cajamarca. Het leger van Wayna Capac, de oude Inca-koning, trok van het noorden naar Cuzco. Hijzelf en een deel van het leger zouden de hoofdstad van de Inca’s nooit bereiken. Na de pest breekt de strijd los om het goud. De jonge Manco Inca, zoon van Wayna Capac, bouwt een groot leger op om de Spanjaarden uit Zuid-Amerika te verdrijven. Het ideaal van opnieuw een gouden tijdperk van het Incarijk kan hij niet verwezenlijken. De lange weg tussen de pest en het door de Spanjaarden veroverde goud is gekleurd door bloed. De historische roman Bloedgoud geeft daarvan een dramatisch beeld, afwisselend uit het perspectief van de Inca’s en de Spanjaarden.