niet beschikbaar
niet beschikbaar
“ça va, tout est en ordre,” zegt de teleurgestelde Marokkaanse douanebeambte me uiteindelijk nadat hij gedurende meer dan een kwartier door de hele inhoud van mijn rugzak heeft zitten neuzen in de veine hoop om iets illegaal te vinden waarvoor hij me een goede bakshish[1] kan afluizen. Ik had dit echter wel verwacht en alles wat ook maar de minste argwaan kon opwekken thuisgelaten, temeer omdat de bestandslijn tussen de door Marokko illegaal bezette Westelijke Sahara en Mauritanië tot enkele jaren terug één van de moeilijkere grensovergangen van het Afrikaanse continent was en er nog steeds een met landmijnen bezaaid No Man’s Land van enkele kilometers ligt, zonder een echte afgebakende weg, tussen de grensposten van beide landen.
“Hey kerel, mijn rugzak is niet goed vastgebonden op het dak!”, roep ik naar Mohammed, de chauffeur die ik en enkele andere rugzaktoeristen voor deze hachelijke woestijnrit hebben afgehuurd.
“Geen enkel probleem,” verzekert hij me, “we moeten maar enkele kilometers rijden tot we weer alles moeten afladen aan de Mauritaanse zijde van de grens en zolang zullen deze knopen het wel uithouden, Inch Allah![2]”
“En toch wil ik dat je mijn rugzak steviger vastmaakt!”, blijf ik aandringen.
Tevergeefs. Doend alsof hij me niet hoort, kruipt hij achter het stuur van zijn van ouderdom uiteenvallende wagen en start al Yella, Yella![3] roepend de motor. We hebben nog net de tijd om op de achterzetel te springen vooraleer hij onder de opgehaalde slagboom van de zwaarbewaakte grenspost sjeest.
Amper enkele meters voorbij de slagboom houdt het asfalt abrupt op en verspreiden verscheidene rotsige woestijnwegen zich in verschillende richtingen. Elkéén hiervan splitst zich verderop nogmaals in tientallen andere paadjes, elk met dezelfde bestemming: De Mauritaanse grenspost aan de overzijde van het niemandsland. Enkele vrachtwagens zijn tot op hun bodemplaat weggezonken op plekken waar de rotsen plots verrassend plaats maken voor een mulle zandbodem, terwijl een andere chauffeur erin geslaagd is zijn personenwagen klem te rijden bovenop een uit de bodem opstekend rotsblok. Wij hebben echter meer geluk en dankzij de stuurtalenten van de chauffeur (en vooral de hoge ophanging) zijn we al snel het verraderlijke eerste deel van het No Man’s Land probleemloos gepasseerd. Hierna volgt een gemakkelijker vlak stuk woestijn met redelijk hard zand en dus minder kans om je vast te rijden, maar dit wil niet zeggen dat dit deel van het traject zonder gevaar is, integendeel!
Tijdens de oorlogen tegen de vrijheidsstrijders van het Polisario[4] front, hebben beide landen duizenden antitank- en antipersoneelsmijnen begraven in deze zandstrook. De meeste hiervan zijn reeds jaren geleden opnieuw uitgegraven, maar de ontmijning was zeker niet perfect. Nog steeds vliegen jaarlijks verschillende voertuigen de lucht in omdat ze de pech hebben op een achtergebleven mijn te rijden. De vlakte staat dan ook vol met uitgebrande autowrakken en ik kan me voorstellen waarom onze chauffeur al die moeite doet om de door langdurig gebruik diep uitgesleten sporen van het wegje te volgen i.p.v. een nieuw pad te banen over de schijnbaar gemakkelijk berijdbare zandstrook.
KLABANG! Voor ik door heb wat er aan de hand is, heeft Mohammed zijn wagen al tot stilstand gebracht. Wanneer ik door de achterruit naar buiten kijk, snap ik onmiddellijk wat er gebeurd is.
“Godverdoemme! Ik haat het om altijd gelijk te krijgen!”, zeg ik tegen mijn reisgenoten, terwijl ik behoedzaam uit de wagen kruip, ervoor zorgend om in de aangestampte en uitgesleten wielsporen te blijven. Mijn rugzak was blijkbaar toch niet goed genoeg vastgebonden op het dak van de auto en ligt nu zwaar beschadigd in het ruwe rotszand op een drietal meter naast de uitgesleten wielsporen die we aan het volgen waren. Zover het oog reikt, staan er verroeste metalen plaatjes met als opschrift: ‘DANGER MINES’.
“Ik had het je toch gezegd, zie je wel dat ik gelijk had!”, verwijt ik Mohammed op kinderachtige toon.
“Het spijt me verschrikkelijk!”, biedt hij me zijn verontschuldigingen aan, niet dat ik daar nu iets mee vooruit ben. “Ga snel even je rugzak halen, dan bind ik hem ditmaal wat steviger vast en verliezen we niet teveel tijd!”, voegt hij er nog aan toe.
Onmiddellijk schieten echter tientallen beelden van verminkte mensen met afgerukte ledematen door mijn hoofd. Foto’s en films van slachtoffers van landmijnen die gebruikt worden tijdens militaire bewustmakingslessen over het gevaar van achtergebleven en niet-ontplofte explosieven in vroegere conflictgebieden. Vergeet het maar dat ik hier van de weg afstap, denk ik in mezelf!
“Het is jouw schuld dat dit gebeurd is, dus los het nu zelf maar op!”, roep ik Mohammed toe terwijl ik, me stoer houdend, terug in de wagen kruip. Schijnbaar onbevreesd loopt hij naar mijn rugzak, neemt hem op zijn schouders en begint terug te wandelen naar de auto wanneer het onvoorstelbare gebeurt…
[1] Fooi (of in dit geval smeergeld )
[2] Inch Allah: Als God het wil
[3] Yella: we vertrekken!
[4] Rebellengroep die strijdt voor een onafhankelijke staat in de Westelijke Sahara
×