Samenvatting
Gedenken is een groot onderdeel van het Joodse geloof en een opdracht die in de Bijbel vaak terugkomt. Maar om te kunnen gedenken, moeten we weten wat er is gebeurd. Het is tragisch dat juist christenen –die geënt zijn op de olijfboom Israël – bijna niets weten over tweeduizend jaar Joods lijden. Het is juist de christelijke Kerk geweest (‘christelijk’ in naam, maar niet in houding...) die een groot deel van de afschuwelijke geschiedenis van Israël heeft geschreven; en niet met inkt, maar met Joods bloed. Het wordt tijd dat wij, christenen, ons bewust worden van dit verleden. Het boek ‘Bloed aan onze handen’ zou door iedere christen gelezen moeten worden. Gelovigen uit de volken moeten weten wat het Joodse volk in de loop der eeuwen in de naam van Jezus is aangedaan. Het leren kennen van de geschiedenis is pijnlijk, maar broodnodig in de weg naar herstel. Dit boek is geschreven met een brandend (en vaak gebroken) hart, in de hoop dat Gods kinderen in deze tijd radicaal de zonden die de Kerk in het verleden heeft begaan, verwerpen. Alleen dán kan er verzoening komen. Verzoening tussen de Kerk en het Joodse volk en verzoening tussen het Joodse volk en haar Messias.