Fragment
Rob
Rob was een ‘draaideur-junk’. Hij kwam en ging. Ons opvangcentrum was voor hem een veilige haven waar hij regelmatig voor een paar dagen aanlegde om af te kicken, aan te sterken, zijn vrome gevoelens te strelen, om vervolgens weer gegrepen te worden door zijn verslaving aan harddrugs.
De laatste keer dat Rob weer wegvluchtte voor de harde confrontatie met zichzelf en ons aanbod om hem erdoorheen te helpen, stond ik bij de voordeur van het grote herenhuis waar het opvangcentrum in was gehuisvest.
Ik vond het hartverscheurend. Ik zag de wanhoop in zijn hele houding. Op dat moment schoot er een bijbelgedeelte door mijn hoofd dat ik in mijn studententijd bij de Navigators uit m’n hoofd had geleerd, namelijk Deuteronomium 30:19 – “Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u tot getuigen; het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek; kies dan het leven, opdat gij leeft”. Eigenlijk schreeuwde ik het uit: ‘Grijp deze reddingsboei. Kies toch het leven!’ Maar Rob draaide zich om en liep weg. Ik bleef diep teleurgesteld in de deuropening staan en keek hem na.
Enige tijd later – enkele maanden denk ik – ging ik samen met een fotograaf, een ex-verslaafde van ons opvangcentrum, naar Amsterdam om op de wallen een fotoshoot te doen. Met het verzamelde materiaal zouden we later een diaklankbeeld maken voor ons promotiewerk. Tegenwoordig zou je dat een PowerPoint presentatie noemen, maar we spreken hier over het pré-digitale tijdperk. Aan het eind van onze rondgang zagen we een knaap op z’n hurken tegen een muurtje ineengedoken zitten. Amper herkenbaar bleek het Rob te zijn. Volledig stoned, onbereikbaar, een doffe hoop ellende. We konden niets meer voor hem betekenen. Dit was het laatste teken van leven wat ik moest meenemen in mijn herinnering aan Rob. Wat was ik ontdaan en gefrustreerd, vooral omdat ik wist dat het ook anders kon.
Het leven, mijn leven, ging verder. Ik bleef gemotiveerd om ‘de grote daden Gods’ te verkondigen, omdat ik die realiteit dagelijks beleefde met ex-verslaafden die wél wilden: bevrijd door de kracht van Gods Woord en Geest.
Enkele jaren verstreken, totdat ik een presentatie mocht doen in Alkmaar in de Youth for Christ koffiebar. Inmiddels was ik gewend om de diaprojectoren op te zetten samen met de apparatuur voor de begeleidende soundtrack. Ik stond klaar om met het programma te beginnen, maar de organisatoren van de avond vroegen of ik nog even kon wachten, omdat ze nog een zekere Rob verwachtten. "Ach, natuurlijk. Dan wachten we nog even”, zei ik. En even later ging de deur open en kwam er een knaap binnenlopen die mijn adem deed stokken. “Rob? Ben jij het? Ben jij het echt? Man, je leeft nog! Beste mensen, ik moet jullie nu echt eerst even iets vertellen.” En zo vertelde ik hun mijn verhaal over de dag waarop Rob ons opvangcentrum verliet en over de tekst die ik hem had voorgehouden. En Rob vulde dit aan met zijn kant van het verhaal. “Weet je Wiebe, juist die ochtend had ik me voorgenomen te kiezen voor de dood. Ik zag het leven niet meer zitten. Die tekst was zó raak en hakte er diep in.” Met een grote omweg via een ander christelijk opvangcentrum in Frankrijk, is Rob gelukkig toch tot geloof en bevrijding gekomen. Hij is later getrouwd en werd zelfs voorganger van een gemeente ergens in Nederland.
Gods Geest wist wat ik moest zeggen. Hij had mij voorbereid door mij het verlangen te geven om Bijbelteksten te memoriseren. Hij gaf mij de woorden op het juiste moment weer in gedachten. Zo persoonlijk is God betrokken op de enkeling.
×