Samenvatting
Gedurende de hele zestiende eeuw was de spanning op religieus gebied te snijden. Overal maakten 'hervormers' zich los van de (rooms-katholieke) moederkerk en braken opstandjes uit. Aan Amersfoort lijken deze woelingen voorbij te zijn gegaan, als we tenminste mogen afgaan op het dagboek dat een van de burgemeesters gedurende zijn ambtsperiode (25 januari 1555 tot 1 februari 1556) bijhield. Slechts één keer heeft Cornelis Volckenszoon het over 'verboden en verdachte boeken, zoals een psalmboekje van Maarten Luther'. Verder schrijft hij vooral over zijn dagelijkse beslommeringen: vergaderen en overleggen, het opleggen en innen van boetes, problemen met de gilden, enzovoorts. Rode draad is zijn relatie met de schout. Blijkbaar konden beide heren niet door één deur: telkens blijkt de schout afwezig en wordt hij vervangen door de burgemeester. Dit dagboek wordt nu voor het eerst kritisch uitgegeven. Omdat het zestiende-eeuwse Nederlands nogal weerbarstig is, is een parallelle vertaling in hedendaags Nederlands toegevoegd.