Samenvatting
Bittere haat tegen de Bijbel dreef in 1859 een jong edelman ertoe een omvangrijk geschrift te publiceren met als doel het heilige boek van de christenen van alle luister te ontdoen. Vanwege de schokkende inhoud werd het al spoedig genegeerd en vergeten. In deze studie wordt het opnieuw voor het voetlicht gebracht. Ook wordt de verscholen schrijver, Ferdinand Alexander de Mey van Alkemade (1828-1864), geïdentificeerd. Zijn Bijbelkritiek wordt vergeleken met die van Multatuli en in het perspectief geplaatst van een eeuw vrijdenken en de Bijbel in Nederland. Met voorbeelden wordt gedemonstreerd hoe de vrijdenkers de Bijbel met geheel andere ogen lazen dan de christelijke, stichtelijke uitleggers. Steeds was het gezag van de Bijbel in het geding. De vrijdenkers legden zijn kwetsbaarheid bloot, maar waren meer nog dan anti-Bijbel, antiklerikaal en gekant tegen het op de Bijbel gebaseerde program van de geestelijkheid.