Fragment
‘Waarom albino’s?’ stelde ze hem de vraag, die al de hele tijd op haar lippen brandde.
Hij grijnsde, alsof hij haar vraag had verwacht.
‘Ik ben professor Williams en jij moet Bloem zijn die ook door de alters aan de andere kant wordt vertrouwd en heel nieuwsgierig is?’
Het vreemde antwoord kwam niet helemaal bij haar binnen, omdat ze opeens een ouija bord zag op een groot scherm.
Ze liep er naartoe. Het trok haar aan. Ze staarde naar de kleinere versie die op een tafel voor het scherm lag.
Als vanzelf ging haar hand naar de houten aanwijzer.
‘Bloem?’ Rafs harde stem stopte haar in haar beweging. Hij keek haar geschrokken aan. Maar de professor was vol interesse.
‘Roept het je Bloem?’ vroeg hij.
Ze knikte, maar voelde zich verward.
‘Ja, heel raar,’ zei ze en bleef naar het bord staren.
‘Dit ouija bord is ook onderdeel van de onderzoeken die we doen, leg je hand er gerust maar op,’ stimuleerde professor Williams haar.
En dus legde ze haar hand op de houten aanwijzer met de wieltjes eronder, zodat het gemakkelijker over het bord kon bewegen.
Eerst gebeurde er niets, maar toen was het alsof haar hand aan de aanwijzer vastplakte.
Langzaam begon de wijzer te bewegen naar de letter L. Professor Williams kwam geboeid naar voren, hij liep naar het grote scherm en noteerde waar haar hand naartoe ging.
Opeens begon haar hand steeds sneller te bewegen over het bord.
Bloem voelde de paniek in zichzelf toenemen, toen ze haar hand niet los kreeg van de aanwijzer. Het was net alsof haar hand gestuurd werd.
Na wat een eeuwigheid leek, liet de aanwijzer plotseling los en vloog door het vertrek. Het landde tegen een raam van een van de onderzoekkamers.
Bloem hijgde geëmotioneerd.
‘Laat haar met rust!’ las de professor de letters, die ze had aangewezen. Hij keek haar fronsend aan.
‘Ze heeft niet afgesloten!’ zei Raf bijna angstig.
‘Nee, inderdaad,’ gaf de professor toe, ‘maar dat heeft nu ook geen nut meer.’ Hij haalde onverschillig zijn schouders op.
‘Je kan haar toch opnieuw de geest laten oproepen!’ vond Raf en zijn stem klonk bezorgd.
‘Zij werd geroepen. Het is toch niet zo, dat ze bewust een oproep deed?’
Bloem vroeg zich af wie van de twee mannen de leiding eigenlijk had, want de stem van Raf klonk erg gebiedend.
‘Ik begrijp het niet?’ Bloem probeerde de verhitte sfeer tussen de beide mannen af te koelen door zich tussen hen op te stellen.
‘Als je geesten oproept, moet je de sessie afsluiten als jij je terugtrekt, anders kan er een poort open blijven staan. De aanwijzer moet als laatste rusten op goodbye,’ legde Raf haar uit doordat hij haar geschrokken blik zag, ‘Maar waarschijnlijk telt dat niet, als je zelf bent opgeroepen.
‘Opgeroepen?’ Bloem snapte er niets van. ’Niemand riep mij hoor. Ik heb tenminste niets gehoord.’
Professor Williams keek haar glimlachend aan. ‘
‘Het is oké Bloem.’ Hij gebood haar naar een onderzoekskamer te gaan en op een stoel te gaan zitten. Raf nam de stoel naast haar.
‘Ik neem zo bloed bij je af en daarna krijg je een injectie.
×