Samenvatting
Jacobus Jan Cremer (Arnhem, 1 september 1827 - Den Haag, 5 juni 1880), auteursnaam Jacob Jan Cremer of J.J. Cremer, was een Nederlandse schrijver, voordrachtskunstenaar en kunstschilder. Zijn ouders waren de in de tabakshandel rijk geworden koopman Alexander Cremer en Louisa Nagel. Hij groeide op als tweede van vijf kinderen in een groot huis (het niet meer bestaande "Cremers- huis") aan het Velperplein in Arnhem. Niet ver van die stad, bij Driel in de Over-Betuwe, bezat de familie de (inmiddels verdwenen) buitenplaats "De Oldenhof'", zodat hij daar kennismaakte met het leven op het land. Hij had meer belangstelling voor kunst en toneel dan voor de lessen op de Oosterbeekse kostschool "Het Hemeldal" waar hij van zijn tiende tot zijn vijftiende jaar vertoefde. Ook een daarna aangestelde huisleraar kon daaraan niets veranderen. Zijn ouders besloten daarom toe te geven en hem een kunstopleiding te laten volgen. Hij werd eerst door Frederik Hendrik Hendriks te Oosterbeek opgeleid tot kunstschilder en daarna studeerde hij nog een jaar aan de Haagsche Teekenacademie. Op 19 mei 1852 trouwde hij met Johanette Louise Brouerius van Nidek (1826-1892). Zij woonden vijf jaar in Loenen aan de Vecht en vanaf 1857 in Den Haag aan de Zuid-West-Buitensingel. Later verhuisden ze naar de 2e Van den Boschstraat in het Bezuidenhout. Geen van beide huizen bestaat nu nog. Het echtpaar kreeg drie dochters en een zoon. Een van de dochters en de zoon overleden nog voor hun eerste verjaardag. De andere dochters Jeanette en Louise werden hoogbejaard en stierven beiden in 1945. Bron: Wikipedia