Samenvatting
In deze afscheidsrede stelt Johan Legemaate de vraag aan de orde op welke punten het gezondheidsrecht verbeterd kan worden. Hij besteedt aandacht aan twee algemene onderwerpen: het recht op zelfbeschikking en de evaluatie van wetgeving. In het licht van de beschouwingen daarover gaat hij vervolgens in op de ontwikkelingen met betrekking tot: 1. de rechten van de patiënt; 2. klachtrecht/tuchtrecht en openheid; 3. de regulering van het levenseinde. Ten aanzien van deze onderwerpen bespreekt Legemaate in welke mate het nodig of wenselijk is het huidige juridische kader aan te passen. Hij sluit af met enkele conclusies over de stand van het klassieke gezondheidsrecht. Johan Legemaate sloot met het uitspreken van deze rede een lange carrière in het gezondheidsrecht af. Hij was werkzaam bij de Stichting Patiëntenvertrouwenspersoon Geestelijke Gezondheidszorg en bij de artsenorganisatie KNMG. Hij promoveerde in 1991 op een proefschrift over de rechtspositie van vrijwillig opgenomen psychiatrische patiënten. Na eerdere hoogleraarsbenoemingen aan de Erasmus Universiteit en de Vrije Universiteit was hij van 2010 tot 2024 hoogleraar Gezondheidsrecht aan het Amsterdam UMC en de juridische faculteit van de Universiteit van Amsterdam.