Samenvatting
Niets minder dan een filosofische sensatie: het langverwachte vierde deel van Foucaults Geschiedenis van de seksualiteit is nu in het Nederlands vertaald. In Bekentenissen van het vlees analyseert Michel Foucault het denken en het spreken over seksualiteit in de vroegchristelijke tijd. Volgens de gangbare opvatting zou deze periode in het teken staan van de puriteinse moraal, met haar nadruk op kuisheid en maagdelijkheid, maar Foucault nuanceert dit beeld. Kerkvaders als Paulus en Ambrosius waren allerminst eensgezind over de verhouding tussen seksuele onthouding en de noodzaak om in het huwelijk kinderen voort te brengen. Langzaam maar zeker verandert het lichaam gedurende deze periode in ‘vlees’, met alle geheimen, protocollen en zelfbeheersingstechnieken van dien. Net als in de eerdere delen van Geschiedenis van de seksualiteit laat Foucault zien dat het discours over seksualiteit geen vaststaand gegeven is, maar een historisch ontstane constellatie waarvan de toekomst open is of op zijn minst opengemaakt kan worden door de precieze vormen van kritiek waarvan Foucault in zijn oeuvre een voorbeeld geeft.