Samenvatting
Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier verhaalt, na een inleidend hoofdstuk tot 1492, met name van de periode van 1830-1890, het tijdvak waarin een definitief einde kwam aan de vrijheid van de oorspronkelijke bewoners van de Verenigde Staten van Amerika. Dee Brown heeft die catastrofale periode beschreven vanuit het gezichtspunt van de Indianen. Dit boek, dat onmiddellijk na zijn verschijnen zeer de aandacht trok, roept een wereld op, die we vooral denken te kennen uit films en spannende (jeugd)romans: de wereld van de Dakota’s, de Comanches, de Cheyennes, de Sioux, de Apachen en al die andere stammen, en van hun legendarische opperhoofden als Geronimo en Zittende Stier. Maar dat doorsnee film- en romanbeeld van ‘wilde en bloeddorstige roodhuiden’ strookt niet met de werkelijke geschiedenis. Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier vertelt het op historische documenten gebaseerde verhaal van het laatste Indiaanse verzet tegen de opdringende blanke beschaving in de periode 1830-1890. Amerika was duizenden jaren lang een paradijs geweest, en de Indianen wisten dat. Machteloos moesten zij toezien, hoe de blanken met tomeloze woede alles vernietigden wat mooi en natuurlijk was: de wouden, de meren, de kreken, de dieren. De hebzucht en de landhonger van de blanken namen onvoorstelbare vormen aan. Om het land te verwerven deinsden de veroveraars voor niets terug: verdragen werden verbroken of naar eigen willekeur geïnterpreteerd; de ene slag tegen ‘de roodhuiden’ volgde na de andere en met elk bloedbad (waarbij vrouwen noch kinderen ontzien werden) werd de levensruimte voor de Indianen verder ingekrompen, tot hun verzet gebroken was en de lijdensweg naar en in de reservaten begon. De poging om met de blanke man in vrede en harmonie te leven was uitgelopen op letterlijk niets. Dee Brown heeft in dit unieke boek de geschiedenis geschreven van de verovering van het Amerikaanse Westen, zoals de Indianen die ervaren hebben. Zijn boek laat niets heel van het traditionele beeld van het Wilde Westen, met al zijn mythen en legenden – zo leren wij bijvoorbeeld, dat het scalperen een uitvinding van de blanken was, en niet van de Indianen. De talrijke authentieke documenten en getuigenissen, waarvan vele hier voor het eerst zijn afgedrukt, de portretten van de grote stamhoofden, hun vrouwen en hun krijgers, en het rake, sfeervolle proza van Dee Brown maken dit belangwekkende boek tot een leesavontuur van de eerste orde. Dee Brown (1908-2002), aanvankelijk bibliothecaris aan de Universiteit van Ilinois, is de auteur van tientallen studies en romans over het Amerikaanse westen. In 1993 verschenen zijn memoires ‘When the Century Was Young’. Zijn belangrijkste werk, Begraaf mijn hart bij de bocht van de rivier (‘Bury My Heart at Wounded Knee’), is het resultaat van jarenlang onderzoek. Het groeide uit tot hét standaardwerk over de geschiedenis van de Noord-Amerikaanse Indianen. «Dit is het einde van een legende, de onthulling van een bittere waarheid, nooit tevoren werden de ontzettende gebeurtenissen beschreven als in deze Indiaanse geschiedenis van hun ondergang. Met bloed en tranen is dit boek beschreven.» - C.W. Ceram «Een op historische stukken en getuigenissen steunende documentaire, maar duizendmaal spannender en dramatischer dan welk wild-westverhaal voor de televisie ook, of alle zeventig boek van Karl May. Een huiveringwekkende tragedie.» - Willem Brandt «Los van zijn waarde als leesevenement heeft het gigantische succes van dit boek de mythe doen wijken voor de historische waarheid.» - Elseviers Literair Supplement «Een hard verslag over de ontsluiting van het Amerikaanse westen, en een van de beste boeken op dit gebied.» - De Volkskrant