Fragment
Petertje zit met zijn moeder in de Theresiakerk aan de Tramsingel.
Hij kan niet tegen wierook en wordt daar altijd een beetje misselijk van.
Maar vandaag is het zo erg, dat hij zit te kokhalzen en voelt dat hij over moet gaan geven.
Zijn moeder zegt: “Snel naar buiten en ga op de graskant bij de singel maar spugen en wacht op mij.
Ik ga even te communie en ben zo bij je.”
Petertje snelt weg en 20 tellen later schuift hij weer bij zijn moeder aan op het bankje.
Moeder vraagt: “Ben je nu al terug hoe kan dat, moest je niet overgeven?”
“Ja,” zegt Petertje: “Ik hoefde niet naar buiten, want achter in de kerk staat een schaal op een tafel met het opschrift ’Voor de Zieken’.”
×