Samenvatting
Het idee van coachen heeft zich in Nederland ontwikkeld tot een manier van begeleiden die bij uitstek gericht is op de witte, minimaal hbo geschoolde werknemer, waarbij een lineaire werkwijze (probleem - doel - aanpak) zou moeten leiden tot een aanpassing van de coachee aan de arbeidscontext.
Deze benadering is echter niet zo toegankelijk voor mensen met een andere achtergrond, opleiding, milieu, leeftijd of cultuur. Het houdt maar weinig rekening met verschillende leerstijlen, opvattingen en oplossingsstrategieën die van toepassing zijn in de context van de cliënt of coachee.
Begeleiden voor iedereen laat zien dat er andere manieren zijn om professionals, vrijwilligers en cliënten - bijvoorbeeld in het sociale domein - te begeleiden, als er sprake is van een probleem of obstakel. Ondanks verschillen in wereldbeelden en werkelijkheden tussen de begeleider en de ander kan er een veilige ruimte; de zogenaamde 'transitionele ruimte' gecreëerd worden. In die ruimte is plaats voor diversiteit, kwetsbaarheid, creativiteit en groei. Diverse instrumenten en concepten helpen de cliënt én de begeleider om samen op zoek te gaan naar familiale en culturele patronen onder het probleem en naar krachtbronnen, wijsheid en perspectieven die ruimte bieden voor groei en ontwikkeling.
Van professionals wordt gevraagd eigen kracht van cliënten te faciliteren in plaats van oplossingen te bieden. Daarbij moeten ze meer en meer samenwerken met verschillende disciplines, zoals in wijkteams. Omgaan met 'vreemde anderen', waarderen dat de ander anders is en tegelijkertijd de wijsheid van de ander ophalen en benutten in de begeleiding; dat is wat dit boek je leert.
Dit is een boek voor professionals en vrijwilligers die handvatten nodig hebben in begeleiding en coaching.
Als iemand begeleiding nodig heeft, staat hij of zij voor een transitie; er hapert echter iets en de transitie stagneert. Daarom is er hulp nodig.
De begeleider en de cliënt ondernemen een gezamenlijke reis in de transitionele ruimte. Het is belangrijk dat de relatie goed is en dat ze het uithouden met elkaar, ondanks verschillen in opvattingen en gewoonten. Zowel de begeleider als de cliënt is er kwetsbaar en heeft 'beschermjassen' nodig; ankers en wijsheid uit de eigen familieachtergrond.
Theoretische concepten en praktische handvatten, beschreven in dit boek, helpen om de transitionele ruimte vorm te geven. Aansprekende en ontroerende verhalen tonen hoe het werkt in de praktijk. Niet alleen begeleiders in het sociale domein hebben baat bij dit boek; eenieder die meer inzicht wil krijgen in de omgang met de 'vreemde andere' medemens zal er zijn voordeel mee doen.