Samenvatting
Van 1630 tot 1654 probeerde de West-Indische Compagnie een deel van Braziliƫ te koloniseren en daarmee de Portugezen uit dit gebied te verdrijven. De Braziliaanse suikerproductie, die voor rekening kwam van de door de Compagnie uit Afrika gehaalde slaven, zou de Republiek der Nederlanden veel winst kunnen opleveren.
Maar al vanaf het begin raakten de Hollanders verstrikt in een aanhoudende reeks oorlogen en opstanden. Het Hollandse huurlingenleger was weliswaar numeriek sterker, maar fysiek was het niet opgewassen tegen de Brazilianen, gewend aan en bekend met de tropische omstandigheden. Incompetente generaals uit deftige milieus, uit op roem, maakten de situatie er niet beter op.
In dit boek lezen we het verslag van een Portugese admiraal, Francisco de Brito Freire, over de periode 1621 tot 1638. Met veel gevoel voor detail en sociale omstandigheden beschrijft hij de aanhoudende oorlogen, bezettingen en slachtpartijen. De persoon van Johan Maurits spaart hij niet. Het was De Brito Freire die uiteindelijk op 26 januari 1654 het Hollandse kapersnest Recife (destijds ook gespeld als Recief) tot overgave dwong.
Benjamin Teensma, romanist en lusitanist, vertaalde en bewerkte deze zeventiende-eeuwse tekst met veel gevoel voor het historische karakter ervan.