Fragment
Hij wees naar het hart van Gerben. Drukte zijn kleine rimpelige vinger er tegen aan.
‘ Love’. Was het enige dat de man zei. Hij leek op E.T. maar in plaats van ‘Phone home’ zei hij alleen ‘love’. De kromme rug en de verrimpelde huid gaven hem zijn buitenaardse uitstraling.
Ongeduldig bleef Gerben wachten of de man zijn vocabulaire uit zou breiden naar een fatsoenlijke zin. Uit zijn zak haalde de man een kralenketting en gaf dit aan Gerben. De man wees naar de ketting en herhaalde zijn woord. Een goed gesprek zat er niet in en aarzelend pakte Gerben de ketting aan. Met zijn linkerhand voelde hij in zijn zak om hem wat geld te kunnen geven maar daar wilde de man niets van weten. Hij draaide zich om en waggelde de steeg uit. Gerben bleef achter met de ketting. Het was geen eens een mooie ketting. Een zwarte draad waaraan een aantal verkleurde houten kralen waren geregen. Het was er niet zo een als die je op de markten in overvloed ziet. Deze ketting was oud. Droeg een geschiedenis. Dat kon iedere leek zien.
In films waar dit soort situaties plaatsvinden, verdwijnt een mysterieuze man vaak net zo snel als dat hij kwam. Deze kleine oude man kende duidelijk zijn klassiekers niet. Strompelend. Haast bewegingsloos schuifelde hij naar het einde van de steeg. Halverwege hield hij nog een keer in om met zijn linkerhand aan zijn kont te krabbelen. Gerben stond even bewegingloos te kijken hoe de oude man tergend langzaam aan het oplossen was uit deze realiteit. De ketting nog in zijn handen. Het besef dat hij geen tijd te verliezen had bracht hem weer bij positieven. Het meisje van zijn dromen was huilend uit de bar gerend en ze kon overal zijn. Hij moest haar vinden voordat het te laat was. In volle sprint botste hij tegen de oude man die daardoor zijn evenwicht verloor en kermend van de pijn tegen de muur aanviel en als een botloos lichaam in elkaar op de grond zakte. Gerben keek niet naar hem om.
×