Samenvatting
Was het aanvankelijk vooral een speeltje voor rijke avonturiers die de roes van snelheid en een flirt met de dood zochten, gaandeweg werd de auto de parel van de consumptiemaatschappij. Hij bood de bezitter vrijheid en flexibiliteit. Dankzij de auto konden mensen op vakantie en ontdekten zij de natuur. Met de auto trokken de stedelingen naar groene voorsteden. Wonen werd gescheiden van werken en winkelen, de sociaal gemengde stad maakte plaats voor bubbels van hoger- en lageropgeleiden. Alleen autobezitters namen deel aan de moderne tijd. In ‘Autopia’ laat Peter Giesen zien hoe de auto onze wereld compleet veranderde. Hij beschrijft hoe ondernemers en ontwerpers als Henry Ford, André Citroën en Ferdinand Porsche er een massaproduct van maakten. Hij vertelt over dichters en artiesten als Bertolt Brecht en Elvis Presley, die vielen voor de charme van het voertuig. En hij werpt een blik in de toekomst. Peter Giesen schrijft een requiem voor de auto met verbrandingsmotor, de machine die anderhalve eeuw het brandpunt van onze dromen was.