Fragment
De zaal was halfvol mensen, veelal militairen in uniform, maar er leken ook wetenschappers bij te zitten. Sommigen waren in de gangpaden in groepjes aan het discussiëren. Zodra hij binnen kwam, wierpen ze terloopse blikken en enkelen inspecteerden hem met onverholen nieuwsgierigheid.
Het was een collegezaal met klapstoelen op een hellende vloer, waardoor iedereen over het hoofd van degene voor zich heen keek. Voorin was een lessenaar en een gebogen scherm, dat opgedeeld was in diverse gebieden die elk andere informatie weergaven. Zes luidsprekers hingen voorin, halverwege en achterin de zaal, twee boosters waren ingebouwd links en rechts van het podium. Rondom was een galerij waarop nog veel meer mensen een briefing konden bijwonen, maar nu was daar niemand.
Met luitenant Fitzpatrick kwam een team beveiligers mee, dat zich rond hem opstelde. Ongedwongen liepen ze met hem mee het middenpad door en zetelden in de stoelen rondom hem nadat hij een plekje halverwege de zaal had ingenomen.
De militairen in de zaal stonden allemaal tegelijk op. Een hoge officier marcheerde door het middenpad en nam met zijn gevolg rechts in de zaal plaats op de eerste rij.
‘Generaal David Russell,’ lichtte Fitzpatrick toe. ‘Hij is de eindverantwoordelijke voor deze operatie.’
Tobias observeerde Russell. Zijn kortgeknipte coupe met grijze haren op de slapen, zijn donkergroen uniform met onderscheidingen. Zijn lichtere tint groen overhemd en das zaten onberispelijk. Door zijn nette uniform straalde hij autoriteit uit. Nu hij er was dimde het zaallicht en verstomde het geroezemoes. Iedereen zocht snel zijn stoel op. Fitzpatrick stond juist op en stapte door het middenpad in de schijnwerpers.
‘Ik ben Duncan Fitzpatrick. Dit is de briefing voor de softwarespecialist van de operatie Universal Shield. Iedereen die hierbij aanwezig is moet buitengewone bevoegdheid hebben. Ik heet de externe specialist van harte welkom.’
Verschillende hoofden knikten in zijn richting. Generaal Russel ging achterover zitten en sloeg zijn benen over elkaar.
Zonder merkbare vertraging liet Fitzpatrick een bom vallen: ‘Astronauten ontdekten vijf dagen geleden een ontsnappingscapsule van buitenaardse oorsprong die een repeterend signaal uitzond.
Tobias staarde strak naar voren. Buitenaards? Niet Chinees? Wacht! Buitenaardse software? Hij sloeg zijn gestrekte vingers voor zijn mond. Moet ik alien software decoderen? Het decoderen van alien software is onmogelijk. Shit! Toen ik in mijn presentatie met een soortgelijke zin begon, was het een paradox, maar nu…
×