Fragment
Over doktersbezoek heeft Aukje ook nog twee anekdotes:
“We hadden niet veel ruzie binnen de familie. Mijn moeder is heel vaak ziek geweest. Die was altijd een beetje krakkemikkig. En dan weet ik nog dat de dokter (Aukje kan heerlijk de ‘r’ uitspreken, ze benadrukt de ‘r’, die rolt er heerlijk uit, dokterrrrrrrrrr) kwam met de glazen wagen, zeiden wij dan, met het rijtuig. Dan werd het paard uitgespannen. En dan mocht ik zolang in het rijtuig zitten. Dat was toch een feest. En dan de dokter, die kleine kan dat wel, daar is niks mis mee. Ja, zei de oude dokter, daar is niks mis mee. Die vernielt de boel niet. Dan maakte hij altijd een praatje. En als hij dan weg ging – hij was zo’n grote beer van een man – hij was een beetje bedeesd, maar ja, hij maakte altijd een praatje met me. Dat was prachtig, dat was een belevenis. De dokter kwam met een koets”.
En
“En dan ging hij naar de slaapkamer, mijn moeder was altijd ziek, slap en misselijk[1]. Dus er moest altijd een dokter aan te pas komen. En dan dacht ik, ik hoop niet dat hij direct terugkomt want ik vond het prachtig in die auto. Dat was een dokter die toen met de auto kwam”.
[1] Verhalen van Aukje, opgeschreven door Sipke Lieuwe Durksz in 2007:
“Anna Papa lag veel op bed toen Aukje een klein meisje was. Waarschijnlijk had Anna last van een postnatale depressie. Aukje heeft niet veel aan haar moeder gehad. Ze hadden een huishoudster in huis, maar Aukje moest zich veel zelf vermaken”.
×