Samenvatting
De schilderijen zijn ijl en teder, de sculpturen krachtig en stoer. Transparant en concreet. Intiem en monumentaal. De tegenstellingen zijn groot in het oeuvre van Piet Warffemius (Den Haag, 1956). Toch liggen schilderijen en sculpturen dichter bij elkaar dan op het eerste gezicht lijkt. De schilderijen beginnen bij observaties in de tuin, een park, altijd buiten in de natuur. Wat hem interesseert is het kleine. Dat enkele takje, met een blaadje, een knop, een vruchtbeginsel. Warffemius: ‘Ik kijk hoe de ene vorm op de andere staat. Hoe een kleur verloopt in verschillende tinten groen. Ik zie heel elementaire, fascinerende groeiprincipes.’ Tijdens het schilderen in het atelier groeit soms langzaam de gedachte dat hier ook weleens een sculptuur uit voort zou kunnen komen: ‘Ik ben daar niet op uit, maar het doet zich voor. Het is een bijvangst, maar ik ben er erg gelukkig mee, natuurlijk. Het is ook pas veel later ontstaan, terwijl tegenwoordig bijna iedereen mij vooral als beeldhouwer ziet.’ In deze nieuwe, rijk geïllustreerde uitgave praat Warffemius zelf uitgebreid met publicist Kees Verbeek over zijn werk, zijn fascinatie voor natuur en de invloed van zijn collectie etnografica. Tevens zien we hem aan het werk en het werk in uitvoering.