Samenvatting
Dit proefschrift ontleedt de rechtstheoretische kaders van verdeling volgens art. 3:182 BW. Middels een systematische behandeling van de inhoud en reikwijdte van de rechtshandeling van verdeling, levert deze uitgave een essentiële bijdrage aan de theorievorming over verdeling en de toepassing daarvan in de rechtspraktijk. Hoewel er tal van kwalitatief hoogwaardige monografieën op gebied van gemeenschappen bestaan, ontbreekt het in de hedendaagse literatuur aan een voldoende systematische behandeling van de inhoud en reikwijdte van de rechtshandeling van verdeling. En dat terwijl voor de toepassing van de verdeling een goed begrip van deze rechtshandeling onmisbaar is. In Beginsel en begrip van verdeling analyseert de auteur op systematische wijze de kaders van de rechtshandeling van verdeling. Door haar relevantie binnen tal van vertakkingen van het recht, biedt deze analyse waardevolle inzichten voor zowel wetenschap als praktijk, waaronder (kandidaat-)notarissen, advocaten en leden van de rechterlijke macht. Het onderzoek heeft uitsluitend betrekking op de contractuele verdeling. Binnen dit kader werpt de auteur een blik op uiteenlopende vraagstukken, waaronder: de voorwaarden voor de totstandkoming van verdeling de absorberende werking van het wettelijke verdelingsbegrip de plaats van de rechtshandeling van verdeling ten opzichte van handelingen die niet als verdeling kunnen worden aangemerkt