Samenvatting
De ins and outs van de cassatieprocedure genieten betrekkelijk weinig bekendheid buiten de cassatieadvocatuur en de Hoge Raad. Toch kan het ook voor anderen van belang zijn de principes van de cassatierechtspraak te kennen. Advocaten en hun cliënten willen graag het advies van hun cassatieadvocaat, de cassatieklachten en de beslissingen van de Hoge Raad begrijpen. Rechters willen inzicht in de gronden waarop hun uitspraak in cassatie is beoordeeld. Bovendien is er nog de veel grotere groep van juristen (al of niet in spé) die min of meer regelmatig ter bestudering of ter informatie een uitspraak van de Hoge Raad onder ogen krijgt en het risico loopt verstrikt te raken in jargon en geheimtaal die om enige verklaring vraagt. In dit aan de civiele cassatie gewijde cahier wordt in kort bestek de gang van zaken in cassatie uiteengezet. Enerzijds is het geschreven met het oog op de studenten die de cassatie wat meer uitgebreid willen bestuderen, bijvoorbeeld in het kader van een keuzevak of verdiepend vak burgerlijk procesrecht. Anderzijds wil het de beginnende (cassatie)practici en andere geïnteresseerden een snelle oriëntatie bieden. Het bevat daarom naast algemene beschouwingen over het cassatie-instituut ook de nodige procesrechtelijke details. In deze derde druk zijn de ontwikkelingen in de cassatierechtspraak sedert het verschijnen van de vorige druk (2011) verwerkt. Daarbij gaat het om nieuwe rechtspraak op het terrein van het cassatieprocesrecht en nieuwe wetgeving, te weten de invoering van een landelijke cassatiebalie, de niet-ontvankelijkverklaring 'aan de poort' van het cassatieberoep op grond van art. 80a RO en de door art. 81a RO geschapen mogelijkheid voor rechters om prejudiciële vragen aan de Hoge Raad te stellen. Daarnaast is rekening gehouden met de in 2017 voor de civiele kamer van de Hoge Raad deels ingevoerde KEI-wetgeving.