Samenvatting
‘Toen in 1941 hun derde kind op komst was, verkasten mijn ouders binnen Rotterdam van een flatje naar een pand op de groei. Dat woord groei was niet overdreven, want na hun derde, dat was ik, zagen in dat nieuwe huis nog zes andere kinderen het levenslicht.’ Monica Metz groeide op in een kinderrijk protestants gezin in het Rotterdam van na het bombardement, waar de ontstane leegte ruimte gaf aan verbeelding. Gezin, school en buurt vormen het decor van een met verwondering en – soms wrange – humor beschreven jeugd uit de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw. Hoe grijs ook het beeld is van de wederopbouw, de stad wordt bevolkt door kleurrijke figuren zoals de plat Rotterdams pratende garagehouder (Laat tie fain zain!), de zalvende maar zich telkens herhalende voorganger van de zondagsschool en de vrijgevochten ‘Oom Uitvinder’ met weer een nieuwe mislukte uitvinding. Door deze herinneringen brengt de schrijfster een vervlogen tijd liefdevol nabij. Monica Metz publiceerde in o.a. NRC Handelsblad en literair tijdschrift Tirade. Het merendeel van de teksten in Oom Uitvinder zijn in 2017-2019 verschenen in de tweewekelijkse opiniekrant Argus (www.argusvrienden.nl).