Samenvatting
De regeling van de tijdelijke arbeidsovereenkomst was tot 1 januari 1999 tamelijk eenvoudig. De eerste tijdelijke arbeidsovereenkomst eindigde van rechtswege en de tweede moest worden opgezegd. Met de Wet flexibiliteit en zekerheid is de mogelijkheid om gebruik te maken van de tijdelijke arbeidsovereenkomst verruimd. Tegenover deze flexibilisering stond ook zekerheid; de tijdelijke arbeidsovereenkomst wordt op enig moment omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die de werknemer de meeste bescherming biedt. Allerlei additionele maatregelen in de relatie werkgeverwerknemer waaronder de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte van zes weken naar twee jaren, de re-integratieverplichtingen en de ontslagbescherming, maken het gebruik van de tijdelijke arbeidsovereenkomst interessant. Dat komt omdat met deze contractvorm deze risico's die worden gekoppeld aan een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor onbepaalde tijd worden afgewend. Bovendien maakt het gebruik van tijdelijke arbeidsovereenkomsten het voor de werkgever mogelijk snel in te spelen op de economische ontwikkelingen. Dat laat onverlet dat het gebruik van deze contractvorm voor de werknemers in kwestie veel onzekerheid met zich brengt. De Wet werk en zekerheid beoogt de negatieve aspecten en de daarmee gepaard gaande onzekerheid in te dammen. Het gewenste effect is echter uitgebleven, maar dat niet alleen; de wetgeving is er niet eenvoudiger op geworden. Dit boek geeft - de titel zegt het al - geen theoretische beschouwing over het verschijnsel tijdelijke arbeidsovereenkomst, maar wil een handvat zijn voor de situaties in de praktijk van alledag. Ook komt het ontslagrecht bij de tijdelijke arbeidsovereenkomst aan de orde, maar niet heel uitgebreid. Voor een uitgebreide behandeling van het ontslagrecht wordt verwezen naar het boek Het ontslagrecht in de praktijk.