Samenvatting
Tussen 1946 en 2001 groeiden duizenden Nederlandse kinderen op in een verborgen, parallelle wereld. Ze vormden een gesloten gemeenschap met zo’n 30.000 ooms en tantes, broeders en zusters, en één Vader die volledige overgave eiste: de Apostel. De groep had dagelijkse bijeenkomsten, een eigen taalgebruik, een intensief jeugdprogramma, een bijzondere levenstaak, aparte regels en rituelen. Overdag functioneerden de kinderen in het zichtbare leven in Nederland. ’s Avonds en tijdens de weekenden leefden ze in een voor buitenstaanders onzichtbaar universum. Renske Doorenspleet werd geboren in het Apostolisch Genootschap. Na haar uittreding in 1998 wil ze nog maar één ding: haar eigen weg gaan. Maar ze heeft haar jeugd nooit kunnen loslaten. In Apostelkind probeert ze te begrijpen wat haar is overkomen en welke ingrijpende gevolgen dat voor haar en anderen heeft gehad. Ze begint een zoektocht naar de geschiedenis en denkbeelden van de groep en verweeft archiefmateriaal en herinneringen tot een ontluisterend beeld van een gewoon – en tegelijkertijd ongewoon – Nederlands kind in de jaren zeventig en tachtig. Ook laat ze zien hoe deze beweging binnen onze democratie ongemoeid heeft kunnen voortbestaan. Het resultaat is een adembenemend boek over interne dwang en machtsrelaties, de desinteresse van de buitenwereld, maar ook over de kracht van onbevangen nieuwsgierigheid en hechte vriendschap. Een ongekend verhaal.