Samenvatting
Anthoni van Noordt, componist en organist in Amsterdam omstreeks 1650, behoorde tot de generatie Nederlandse musici na Jan Pieterszoon Sweelinck. Van deze jongere musici is weinig muziek bewaard gebleven: van Van Noordt alleen zijn Tabulatuurboeck uit 1659 met psalmbewerkingen en fantasieën. Daarom zijn deze musici maar weinig bestudeerd. Jaap den Hertog beschrijft leven en werk van Van Noordt tegen de achtergrond van het Amsterdamse muziekleven, waar zijn familie na Sweelinck de dienst uitmaakte. Hij belicht de functie van stadsorganist, muzikaal en sociaal, en de ontwikkeling van de renaissanceorgels naar barokinstrumenten. Kennis hiervan is nodig voor de muzikale analyse van Van Noordts composities. Den Hertog onderzoekt tevens welke eigentijdse vormen en technieken werden toegepast en voor welke orgels Van Noordts muziek is gecomponeerd. Tenslotte betoogt Den Hertog, dat de samenstelling van het psalmendeel van het Tabulatuurboeck nauw is verbonden met het calvinistisch denken in Van Noordts tijd.