Samenvatting
Het onmisbare, kleurrijke, fantastische sprookjesboek
Het lelijke jonge eendje. De prinses op de erwt. De Chinese nachtegaal. De rode schoentjes. Het meisje met de zwavelstokjes. De nieuwe kleren van de keizer. De sneeuwkoningin. De kleine zeemeermin. Het tinnen soldaatje. Klaas Vaak... Het zijn sprookjes met titels die klinken als klokken. Verhalen waarmee we al generaties lang opgroeien en die onze verbeelding en zinnen prikkelen. Allemaal komen ze uit de ganzenveer van één groot kunstenaar, die leefde in de negentiende eeuw: Hans Christian Andersen.
Een ander groot kunstenaar, die leeft in de eenentwintigste eeuw, Jan Jutte, heeft met zijn ganzenveer - en potloden, penselen, inkt, verf en digitale technieken - de sprookjes die iedereen kent een nieuwe gedaante gegeven.
De drievoudig Gouden Penseel-winnaar overtreft zichzelf in zijn interpretatie van de klassieke sprookjes. In stevige lijnen en subtiele kleuren zet hij prenten neer waarmee elk sprookje tot een icoon wordt. Het resultaat is een sprookjesbundel met eeuwigheidswaarde.