Samenvatting
‘Alles brandt door mij’ is het eerste deel van een trilogie over Hildegard von Bingen - in die tijd een fenomeen omdat zij, als vrouw nota bene, Gods wil vertolkt via visioenen. Haar boeken, muziek en briefwisselingen met kerkelijke en wereldlijke leiders zijn grotendeels bewaard gebleven. In haar vroege jeugd ontdekt Hildegard dat haar gave als gevaarlijk wordt beschouwd. Als ze in 1109 aan het klooster wordt afgestaan probeert zij hierover te zwijgen. Met een niet te beteugelen intellect en creativiteit ontwikkelt zij zich van een onzeker kind tot een geleerde abdis die dankzij de paus erkenning krijgt voor haar visionaire talent. Doch haar snel groeiende faam en haar eigenzinnig optreden bezorgen haar een aantal gevaarlijke vijanden. Prof. dr. E. Mulder over de roman: ‘De auteur weet zeer scherpzinnig, met uitstekende stilistische middelen een 12e-eeuwse ambiance op te roepen. Gineke Meinders heeft zich diepgaand beziggehouden met de mens die Hildegard geweest zou kunnen zijn: een amalgaam van mystieke geleerdheid, creativiteit en erotiek. Deze combinatie van exactheid en creatieve durf brengt een ver van ons afliggende materie binnen bereik van moderne lezers'.