Samenvatting
Toen iemand Cornelis Verhoeven (1928-2001) vroeg of ook hij een aanhanger was van het adagium Nulla dies sine linea (‘Geen dag zonder lijn’), antwoordde hij prompt met: ‘Maak er twee van’. Eigenlijk bedoelde hij ‘twee bladzijden.’ In het Nederlands taalgebied is hij nog steeds een van de belangrijkste filosofen. Hij mijmerde veel en moest daarbij opschrijven wat hij bedacht, waarover hij zat te prakkiseren. Vaak ging het om kleine stukjes, haast aforismen, kleine oefeningen in bezonken verwondering, die hij dan onder een titel bracht. Het waren veelal opstellen van niet meer dan duizend of twaalfhonderd woorden die hij als het ware in één ruk schreef. Soms ook waren die opstellen uitvoeriger. Hoe dan ook: meer dan een lijn per dag. In zijn nalatenschap bevindt zich een tweehonderdtal van zulke pennenvruchten, stukjes uit zijn vroegste periode in de aanloop tot het proefschrift 'Symboliek van de voet' (1956) en de boeken waarmee hij doorbrak, 'Rondom de leegte' (1965), 'Het grote gebeuren' (1966) en 'Inleiding tot de verwondering' (1967). Uit die ongepubliceerde nalatenschap hebben Jacques De Visscher en Jean-Pierre Monsieur voor 'Alledaagse mijmeringen' een selectie gemaakt.