Samenvatting
Met een inleiding door Jan Brokken.
De niet eerder vertaalde verzamelde verhalen van Jean Rhys vormen een duizelingwekkende en sprankelende collectie van een van de grote schrijvers van de twintigste eeuw. Rhys dankt haar faam vooral aan de roman De wijde Sargassozee, maar de verhalen die zij gedurende haar hele leven schreef, laten haar talent pas echt tot zijn recht komen. Rhys neemt de lezer mee naar het West-Indische Dominica van haar jeugd, Londen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog en naar schimmige bars en hotels in de jaren twintig in Parijs. Ze worden bevolkt door dansmeisjes, oude dames die in armoede zijn vervallen en andere buitenstaanders. In heldere en scherpe observaties schetst Rhys de levens van mensen die vaak iets te gevoelig zijn om te overleven in de harde buitenwereld. Thema’s als kosmopolitisme versus kleinburgerlijkheid en discriminatie op basis van ras of sekse maken deze bundel verrassend actueel.