Samenvatting
Nu heden, straks verleden, vergleden in de duisternis van de Tijd. Iets van niets, de N van Nu, die in Niets verglijdt.
‘Zo dichtte onlangs mijn buurman, markies De Canteclaer. Tijd is een raar iets, wil ik maar zeggen. Zodra ik “nu” heb gezegd, is dat alweer verleden tijd, als iemand begrijpt wat ik bedoel.
Met Joost roei ik zelfs tegen de tijd in, en zet hem stil. Het is wonderlijk wat een heer vermag! Joost figureert trouwens prominent in dit boekwerk, waarin hij niet alleen door de tijd reist, maar daarnaast jammerlijk tot zingend haarstuk vervalt.
Moge dit aangrijpende relaas u tot waarschuwing dienen!’
– zo lichtte de heer O.B.B. te R. ons tijdens een informeel gesprek toe