Samenvatting
Dit boek beschrijft het leven van Alfons Chorus (1909-1998), die als Limburgse boerenzoon koos voor een studie psychologie. Die studie van dit in Nederland nog jonge vak deed hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Aansluitend werkte hij bij het Nijmeegse Paedologisch Instituut, waarin moeilijk opvoedbare kinderen werden behandeld. Het team waarin hij werkte, ontdekte er de categorie "autistische kinderen", en zo werd Chorus wereldwijd de eerste die daaraan een wetenschappelijke publicatie wijdde. Hij promoveerde op een andere categorie behandelde kinderen, die hij "ongedurig" doopte en men nu kinderen met een ADHD-stoornis noemt. In zijn Nijmeegse jaren schreef Chorus 'Zuigeling en Kleuter' dat twintig jaar de referentie voor opvoeden bleef in katholiek Nederland. De auteur beschrijft hoe Alfons Chorus in Leiden hoogleraar werd, er de studierichting psychologie opzette en een generatie psychologen opleidde. Ook komt aan de orde hoe hij werkte aan een professionele begeleiding van wat toen nog "zwakzinnigen" genoemd werden. Van zijn vele boeken werd 'De Nederlander innerlijk en uiterlijk', het meest bekend. Verder schreef hij over de psychologie van de menselijke levensloop en over de biografie als genre. Doordat de Amerikaanse, cijfermatige, aanpak van het vak in de jaren zestig de overhand kreeg, werd Chorus een roepende in de woestijn. Hoewel hij geen school maakte, is de moderne psychologie zich ervan bewust geworden dat een kwantitatieve aanpak van het vak moet worden aangevuld met de meer kwalitatieve benadering die Chorus voorstond.
Deze biografie, beschrijft het leven van Alfons Chorus (1909-1998), die als Limburgse boerenzoon koos voor een studie psychologie. Die studie van dit in Nederland nog jonge vak deed hij aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Aansluitend werkte hij bij het Nijmeegse Paedologisch Instituut, waarin moeilijk opvoedbare kinderen werden behandeld. Het team waarin hij werkte, ontdekte er de categorie ‘autistische kinderen’, en zo werd Chorus wereldwijd de eerste die daaraan een wetenschappelijke publicatie wijdde. Hij promoveerde op een andere categorie behandelde kinderen, die hij ‘ongedurig’ doopte, en men nu kinderen met een ADHD-stoornis noemt. In zijn Nijmeegse jaren schreef Chorus ‘Zuigeling en Kleuter’ dat twintig jaar de referentie voor opvoeden bleef in katholiek Nederland. De auteur beschrijft hoe Chorus in Leiden hoogleraar werd, er de studierichting psychologie opzette en een generatie psychologen opleidde. Ook komt aan de orde hoe hij werkte aan een professionele begeleiding van wat toen nog ‘zwakzinnigen’ genoemd werden. Van zijn vele boeken werd ‘De Nederlander innerlijk en uiterlijk’, het meest bekend. Verder schreef hij over de psychologie van de menselijke levensloop en over de biografie als genre. Doordat de Amerikaanse, cijfermatige, aanpak van het vak in de jaren zestig de overhand kreeg, werd Chorus een roepende in de woestijn. Hoewel hij dus geen school maakte, is de moderne psychologie zich ervan bewust geworden dat een kwantitatieve aanpak van het vak moet worden aangevuld met de meer kwalitatieve benadering die Chorus voorstond. Het boek geeft zo een indringend beeld van de psychologiebeoefening in Nederland in de tweede helft van de vorige eeuw.