Samenvatting
Eind negentiende, begin twintigste eeuw maakte de bloembollenteelt een grote expansie door. Van Haarlem helemaal tot aan Rijnsburg en Katwijk kon een steeds groter gebied worden gerekend tot de Bollenstreek. Anton Louis Koster (1859-1937) legde zich als schilder toe op dit unieke landschap en bereikte als enige een hoog niveau in het schilderen van bloembollenvelden. Hij wist een meesterlijk evenwicht te handhaven tussen een nauwgezette weergave van de bollenvelden en een ongedwongen, impressionistische schildertoets. De meerderheid van zijn schilderijen laat tulpen zien, maar ook hyacintenvelden heeft hij met toewijding weergegeven. Toch schilderde hij niet alleen bollenvelden, maar ook duin- en boslandschappen en stadsgezichten. Een lange periode van zijn leven legde hij zich toe op etsen en pentekeningen. Dit boek beschrijft Kosters leven en werk en laat de veelzijdigheid van zijn oeuvre zien.