Fragment
‘Gaat u zitten. U heeft een hulpvraag bij ons neergelegd.’
‘Dat klopt, ik vertegenwoordig de bewoners uit de oude stadswijk Maria Andrade in Lissabon. De huizen zijn er oud en in slechte staat.’
‘Dan lijkt het mij goed dat er een renovatieplan voor de wijk ligt, zoals u ons schreef.’
‘Ik zal niet ontkennen dat de bouw van luxe appartementen een upgrade betekent voor de wijk. Er moeten daarvoor echter 350 woningen afgebroken worden van gezinnen die een kleine beurs hebben. De hoge huren van de nieuwbouw zijn voor hen niet betaalbaar. De gezinnen komen op straat te staan en kunnen alleen nog terecht in een krottenwijk aan de rand van de stad. De projectontwikkelaar weigert sociale huurwoningen te bouwen. Dat levert niet de maximale winst op. Er is al een bouwvergunning verleend. De gemeenteraad is woest maar kan de bouw niet tegenhouden. Uw organisatie Family Aide is onze laatste hoop. Wilt u ons helpen?’
‘Onze directie heeft besloten dat we de projectontwikkelaar gaan dwingen om sociale huurwoningen te bouwen.’
‘Heeft u zoveel macht?
‘Wij doen wat nodig is. Dat lukt ons al heel lang voor velen die ons inschakelden. Het doel heiligt in ons geval de middelen. Het komt goed.’
×