Samenvatting
'Hij. Ik. Ik. Hij. Wij. In elkaar verstrengeld. Zijn handen op mijn gezicht, in mijn haar, langs mijn rug, zijn vingers - vederlicht - op mijn huid, waar geen enkele jongen eerder was geweest. Maar het is meer. Het is modderige voeten en op slot gedraaide souterrains en bloedmanen en alles wat we tegen elkaar hebben gezegd toen er niemand meeluisterde.'
Nog een week te gaan, dan heeft Claude haar diploma op zak en gaat ze met haar beste vriendin op roadtrip. Het belooft een mooie zomer samen te worden voor ze naar verschillende universiteiten gaan. Maar vlak voor ze kunnen vertrekken, kondigt Claudes vader iets aan dat de vloer onder haar voeten wegslaat. Claude en haar moeder reizen halsoverkop af naar een klein, afgelegen eiland voor de kust van Georgia. Het wemelt er van de insecten, wilde zwijnen en alligators. Er is geen bereik en Claude kent er niemand. Ze vindt het er vreselijk... Tot ze Jeremiah Crew ontmoet, een mysterieuze, knappe jongen, die zo thuis is op het eiland dat hij er bijna één mee is. Ze hebben een onmiskenbare aantrekkingskracht. Beiden weten dat wat ze hebben niet langer zal duren dan deze zomer. Maar soms is één zomer genoeg.
Een boek dat je onmogelijk neer kan leggen, over al die eerste keren om nooit te vergeten.