Samenvatting
Ad den Besten (1923-2015) is een opmerkelijke verschijning in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Hij was als uitgever intensief betrokken bij de Beweging van Vijftig: de belangrijkste poëtische revolutie van de twintigste eeuw. Hij was een generatiegenoot van bekende dichters als Remco Campert, Gerrit Kouwenaar, Hans Andreus en Lucebert. Als eerste Nederlandse uitgever durfde hij het aan om de nieuwe poëzie een podium te bieden, met zijn reeks De Windroos. Als criticus schreef hij de eerste studie over hen: Stroomgebied (1954). Tjerk de Reus schetst de levensloop van Den Besten, vanaf zijn jeugd tot aan de publicatie van Stroomgebied. Zijn kijk op de moderne, naoorlogse poëzie en zijn persoonlijke geschiedenis hangen nauw samen. Den Besten was, als zoon van een NSB-burgemeester, niet ongevoelig voor de ideologie van het Derde Rijk; de oriëntatie op ‘bloed-en-bodem’ in de Duitse poëzie fascineerde hem. Na de oorlog verwerkte hij zijn pro-Duitse intuïties kritisch, dankzij theologen als K.H. Miskotte en Willem Barnard. Hij kwam tot een verrassende kijk op poëzie: het scheppende woord zag hij als ‘daad’ van oordeel en bevrijding. Voor deze deelbiografie van Den Besten putte Tjerk de Reus uit honderden tot nog toe onbekende brieven, manuscripten van lezingen en dagboekaantekeningen. Gaandeweg ontstaat een haarscherpe blauwdruk van zijn dichterlijk denken en van zijn poëticaal besef. Dichterschap, biografie en theologie blijken bij Den Besten innig verbonden. TJERK DE REUS (1971) promoveerde in 2018 op deze studie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hij is neerlandicus en journalist op de terreinen theologie en literatuur. Hij schrijft onder andere voor Friesch Dagblad en De Nieuwe Koers. Hij publiceerde biografisch getinte boeken over de opvattingen van econoom Lans Bovenberg en psychiater Herman M. Van Praag en was co-auteur van een studie over de theoloog K.H. Miskotte.
Ad den Besten (1923-2015) is een opmerkelijke verschijning in de naoorlogse Nederlandse literatuur. Hij was als uitgever intensief betrokken bij de Beweging van Vijftig: de belangrijkste poëtische revolutie van de twintigste eeuw. Hij was een generatiegenoot van bekende dichters als Remco Campert, Gerrit Kouwenaar, Hans Andreus en Lucebert. Als eerste Nederlandse uitgever durfde hij het aan om de nieuwe poëzie een podium te bieden, met zijn reeks De Windroos. Als criticus schreef hij de eerste studie over hen: Stroomgebied (1954). Tjerk de Reus schetst de levensloop van Den Besten, vanaf zijn jeugd tot aan de publicatie van Stroomgebied. Zijn kijk op de moderne, naoorlogse poëzie en zijn persoonlijke geschiedenis hangen nauw samen. Den Besten was, als zoon van een NSB-burgemeester, niet ongevoelig voor de ideologie van het Derde Rijk; de oriëntatie op ‘bloed-en-bodem’ in de Duitse poëzie fascineerde hem. Na de oorlog verwerkte hij zijn pro-Duitse intuïties kritisch, dankzij theologen als K.H. Miskotte en Willem Barnard. Hij kwam tot een verrassende kijk op poëzie: het scheppende woord zag hij als ‘daad’ van oordeel en bevrijding. Voor deze deelbiografie van Den Besten putte Tjerk de Reus uit honderden tot nog toe onbekende brieven, manuscripten van lezingen en dagboekaantekeningen. Gaandeweg ontstaat een haarscherpe blauwdruk van zijn dichterlijk denken en van zijn poëticaal besef. Dichterschap, biografie en theologie blijken bij Den Besten innig verbonden. TJERK DE REUS (1971) promoveerde in 2018 op deze studie aan de Radboud Universiteit te Nijmegen. Hij is neerlandicus en journalist op de terreinen theologie en literatuur.