Fragment
...‘Het is een brief voor Tinus. Aan de weledele Heer Justinus, staat erop. Dat is Tinus toch?’, vroeg Gijs, die de vraag wel stelde, maar vrijwel zeker wist dat het klopte. Hij zocht alleen nog even bevestiging bij Jet.
‘Ja toch? Dacht het wel’, antwoordde Jet en ze liet de blik naar de brief even los en keek heel even naar Gijs.
Dat vond Gijs voldoende. Nu was het voor honderd procent zeker. Dit was een brief voor Tinus.
Gijs begon de brief een beetje stotterend voor te lezen. Hij was ervan overtuigd dat dit zelfs een hele belangrijke brief was. Dat maakte hem behoorlijk gespannen.
“…Uw s-s-stad is ingesloten en alle wegen naar Breda zijn dichtgemaakt. Gij, machtigste m-m-man van Breda, zou niet willen dat uw volk in honger raakt. Geeft u, samen met uw volk, snel over en doe de poorten open. D-d-dan is deze oorlog voor u en uw volk sneller afgelopen. Ambrosius Spinola, veldheer Spaanse leger…”
×