Fragment
De bel gaat en ik loop naar mijn slaapkamer om vanuit het raam te kijken wie er voor de deur staat.
Voordat ik er ben zie ik de auto van mijn moeder al op het parkeerterrein staan.
Mijn hart maakt een sprongetje! Leuk!
“Mijn moeder is er, Frits, wil je..”
“JE MOEDER, DIE KANKERHOER KOMT ER HIER NIET IN!” Frits neemt niet eens de moeite om overeind te komen in zijn bed en blijft gewoon op zijn zij liggen.
“Ze heeft ons niet eens gebeld en staat gewoon voor de deur. Ze komt hier gewoon heen om alles even te controleren, de trut!. Waag het niet om open te doen!”
Frits ligt op bed met zijn gezicht van het raam vandaan en beneden zie ik mijn moeder staan.
Ze heeft spulletjes in haar handen en ik denk dat het een cadeautje voor Dewi is.
Ik sta achter de vitrage in mijn slaapkamer en kijk naar beneden. Ik durf me niet te bewegen, stel dat ze me ziet.
Terwijl ik hier zo sta breek ik.
De tranen lopen over mijn wangen.
Mijn eigen moeder staat voor de deur en ik mag niet open doen.
×