Samenvatting
Een uitzonderlijk boek van een Jodin die in Jezus gelooft en laat zien hoe de nakomelingen van Izak (Israël) en Ismaël (Arabieren) passen in Gods plan.
Een Stem uit de Hemel voor Izak én voor Ismaël Op de berg Moria klonk op het laatste moment een reddende stem vanuit de hemel voor Izak. Die zei tegen Abraham: “Raak de jongen niet aan.” Julia Blum wijst erop dat er ook een stem uit de hemel klonk toen Ismaël op sterven lag: “Wat is er, Hagar? Wees niet bezorgd.” Julia Blum opent de ogen van de lezers voor de overeenkomsten in de Bijbelteksten bij deze twee zonen van Abraham en laat zien dat elk van de twee zonen een eigen bestemming heeft in Gods plan. De contouren worden heel wonderlijk zichtbaar in de voorschriften voor Grote Verzoendag (Jom Kipoer). Blum werpt ook nieuw licht op Galaten 4 over Hagar en Sara. Genezing als doel Julia Blum is een Jodin die tot geloof in Messias Jezus is gekomen. Voor haar was het een bijzondere opgave om niet alleen over de nakomelingen van Izak maar ook over die van Ismaël te mediteren. Als inwoner van Israël wordt ze immers dagelijks geconfronteerd met het conflict tussen Joden en Arabieren. Aan het eind van het boek schrijft ze: “Alles wat de Heer hier heeft geopenbaard had slechts één doel: om te genezen. Om die martelende breuk te helen die bijna vierduizend jaar geleden begon.”