Samenvatting
Empedokles werd in 492 op Sicilië geboren uit een gegoede familie. Hij was arts, maar ook politicus en werd door zijn tijdgenoten als een soort magiër gezien. Hij stierf in 432 door een val in de Etna. Voor veel schrijvers (o.a. Hilderlin) was dit gegeven een bron van literaire inspiratie. Empedokles schreef in het Grieks een filosofisch gedicht dat later de titels 'Over de natuur' en 'Zuiveringen' kreeg. Van de vijfduizend regels die het bevatte zijn ons ruim vijfhonderd door diverse klassieke auteurs overgeleverd. In de jaren negentig van de vorige eeuw is de Straatsburger papyrus gepubliceerd waarop de resten van ruim zeventig nieuwe regels staan. Aarde, lucht, water en vuur waren volgens Empedokles de vier wortels of elementen van alles. Ze werden door Liefde en Haat in een eeuwig durende cyclus respectievelijk bijeengebracht en gescheiden. Het bijeenbrengen van de elementen door Liefde leidde tot het ontstaan van de levende wezens. Het sterven was de door Haat veroorzaakte scheiding. Empedokles verhaalt ook van de omzwervingen van een daimon, een 'ziel', die bloed heeft vergoten en als straf een lange reeks van levens doormaakt. Daarin is hij afwisselend een plant, een dier een mens en een god.