Samenvatting
Half Nederland ligt aan of bij het water. Het water is nooit ver weg, zeker niet in de hoofden van de bewoners van dit natte land. Door de zorgen om het klimaat is het onderwerp ‘water’ bijna dagelijks in het nieuws. Al heel lang vinden schilders en dichters in het water hun inspiratie. Dit boek is een ode aan het Nederlandse water door vaderlandse dichters en schilders. De gedichten en de kunstwerken stammen uit vier eeuwen, met een accent op de laatste honderd jaar. Water is steeds in beweging en oneindig verscheiden van sfeer, vorm en kleur. Het bepaalt het aanzien van stad en land: de kust, de polders, de bruggen en veren, om maar te zwijgen van mens, dier en plant. In woord en beeld weerspiegelt Aan ’t water die oneindige verscheidenheid. ‘Van water staat niet vast / Of het zo is [...] Het doet zich voor / Aan elke blik opnieuw’, dichtte Willem Jan Otten. Zo veel hoofden, zo veel zinnen, van Vondel tot Eva Gerlach. Ook elke schilder heeft zijn of haar eigen kenmerkende blik. Zo vinden we hier in een verrassende harmonie Piet Mondriaan naast Robert Zandvliet, en Jan Sluijters naast Armando.