Samenvatting
Dit boek beschrijft een leven, van een gereformeerde jeugd in het Westland tot een anglicaanse oude dag in het dorpje Budel-Schoot. De zoektocht naar geestelijk onderdak is de rode draad. De achtergrond is er een van kerkelijke verdeeldheid, twijfel en angst. De auteur werd als kind bang gemaakt met een wraakzuchtige God en is daar ruim zestig jaar later nog niet helemaal vrij van. Het christelijke antwoord daarop is dat mensen 'alleen maar' hoeven te geloven. Maar hoe doe je dat? De schrijver is altijd blijven zoeken en heeft de kerk nooit echt overboord willen zetten. Hij was ruim veertig jaar journalist in vele functies. Zo schreef hij in de jaren zeventig over de hoog oplopende tegenstellingen in de Nederlandse katholieke kerk. Welbewust was hij altijd waarnemer, nooit deelnemer. Een journalist staat aan de zijlijn - en dat is ook de plaats waar hij hoort te staan. Die beroepshouding is een levenshouding geworden. Dit is geen roman, zie het als 'petite histoire'. De schrijver werd vrijgemaakt gereformeerd opgevoed, was jaren ongelovig en is geƫindigd als anglicaan - met dank aan een rooms-katholieke kardinaal. Maar wat geloof is kan hij na al die jaren nog niet zeggen.