Samenvatting
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond Émile Galet voortdurend aan de zijde de koning der Belgen Albert I, enig staatshoofd die persoonlijk het bevel voerde over het leger. Galet was niet alleen zijn raadgever in militaire, maar ook in politieke en diplomatieke zaken. Beiden waren van mening dat België, een neutrale staat die tegen zijn wil was meegesleurd in het conflict, een 'bijzondere' oorlog moest voeren. Het was dus geen echte 'geallieerde' van de andere machten die het opnamen tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije. Het land moest het bloed van zijn soldaten sparen en streven naar het herstel van het Europese evenwicht. De koning en Galet waren overtuigd dat de geschiedenis van de mensheid verdeeld was in tien periodes van telkens 500 jaar, elk beheerst door een leidersvolk, met als laatste Engeland (en in het algemeen de Angelsaksers). Dus moest België op Engeland steunen en niet op Frankrijk. Als fundamentalistische evangelistische protestant zocht Galet in de Boeken der Profeten voorspellingen betreffende de toekomstige militaire en diplomatieke gebeurtenissen. Bijgevolg is het Oorlogsdagboek van Galet een onmisbare bron om de werkelijke handelingsmotieven van de koning te doorgronden. Eigenlijk verdiende hij meer de naam van 'Albert de Pacifist' dan die van 'Koning-Ridder'. Dit is een uitgave van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis. / Ceci est une publication de la Commission royale d'Histoire. / This is a publication of the Royal Historical Commission