Samenvatting
De Hongaars-Oostenrijkse auteur Ödön von Horváth (1901-1938) is 27 jaar als hij zijn eerste roman schrijft, Sechsunddreissig Stunden, die Geschichte vom Fräulein Pollinger, zoals de oorspronkelijke titel luidt. Hij schrijft begin jaren dertig succesvolle toneelstukken als Italienische Nacht, Geschichten aus dem Wiener Wald en Kasimir und Karoline. Model voor al zijn theaterstukken staat het volkstoneel uit de 19e eeuw, dat Horváth aanpast aan de behoeften van zijn tijd. Als Hitler in 1933 aan de macht komt mogen de toneelstukken van Horváth niet meer worden opgevoerd en worden zijn boeken verboden. Horváth vlucht na de ‘Anschluss’ begin 1938 naar Parijs, waar hij overlijdt door een noodlottig ongeval. Op 1 juni van dat jaar wordt hij in de buurt van de Champs Élysées tijdens een onweer en hevige storm dodelijk getroffen door een afgebroken boomtak. Hij wordt begraven op de begraafplaats van St.Ouen, ten noorden van Parijs. De literaire betekenis van het werk van Horváth wordt pas na de Tweede Wereldoorlog algemeen erkend. Hij beschreef de wereld zoals de wereld er ‘helaas uitziet’ en noemde zijn werk een ‘synthese tussen ironie en realisme’. De beroemde Duitse literatuurcriticus Marcel Reich-Ranicki noemde de roman Sechsundreissig Stunden een sensatie.