Samenvatting
- je leert hoe je woorden goed uitspreekt in het Engels - je leert hoe je je spreekvaardigheid verbetert Je werkt in deze module aan het onderdeel spreken op A2-niveau. Je kunt: - iemand begroeten en aanspreken; - een kort gesprekje voeren over voor jou bekende onderwerpen;- vragen wat iemand wel of niet leuk vindt; - iemand uitnodigen en zelf op een uitnodiging ingaan of deze afslaan; - je voorkeur en je mening aangeven; - aangeven of je het met iemand eens of oneens bent; - een afspraak maken; - zeggen dat je iets wilt hebben of kopen; - een eenvoudig telefoongesprek voeren; - iets vertellen over jezelf, je familie en anderen; - de woorden en zinnen die je gebruikt rustig en duidelijk uitspreken.