Samenvatting
Met de kont in de boter... In 2015 is het veertig jaar geleden dat Cor Swanenberg zijn eerste schreden zette op een podium met eigen werk. Dat had hij vooraf niet kunnen denken, want ze waren thuis zeker niet 'van optreden hene gekomen'. Ze waren verlegen en hadden schroom voor alles wat vreemd was. Swanenberg balanceerde aanvankelijk veel tussen schrijflust en plankenkoorts, maar vaak brachten zijn voordrachten naast bibbers ook veel heerlijke kippenvelmomenten. Hij had van jongsaf verscheidene 'grote' wensdromen. Hij wilde 'meester' worden en hij zou graag ooit een boek schrijven. Het werd allemaal waar en het werd nog veel meer. Carel Swinkels strikte hem in 1975 voor een voordracht uit eigen werk in het Literaire Café in de Odyssee in Den Bosch. Dat was zijn eerste officiële optreden. Omdat Cor ook gedichten schreef die hij zelf voordroeg, kreeg hij verzoekjes om liedteksten te maken. En zo rolde de sneeuwbal voort en werd steeds groter. Van alle kanten zijn hem leuke dingen komen aanwaaien. Als hij terugkijkt en ziet waartoe het allemaal geleid heeft, kan hij alleen concluderen dat hij 'met de kont in de boter is gevallen'. Swanenberg wil zijn zegeningen tellen en laten zien waarmee hij op zijn oude dag nog steeds bezig is.