Samenvatting
Met drie gouden en een zilveren medaille keerde de zeventienjarige Rie Mastenbroek terug naar Nederland, waar de zwemster werd onthaald als de ‘keizerin van Berlijn’. Maar er waren meer opvallende Hollandse sterren, zoals Tinus Osendarp, die het opnam tegen de legendarische Jesse Owens. De sprinter – en later SS’er – won tweemaal brons en werd door de pers gevierd als ‘de snelste blanke op aarde’. Na de oorlog werden de Spelen van 1936 beschouwd als een gigantische propagandastunt waarmee Hitler en Goebbels de wereld zand in de ogen hadden gestrooid. Wat betekende dat voor onze atleten? Hadden zij thuis moeten blijven, zoals onder anderen de bokser Ben Bril? Hoe waren de discussies vooraf en waarom zijn sommigen er hun leven lang gebukt onder gegaan? Tachtig jaar na dato beschrijft Auke Kok het fascinerende verhaal van de Nederlanders die naar Berlijn gingen.