Fragment
Na de rampzalige tocht naar Rusland in 1812, waarbij ook veel Hollanders zijn omgekomen, wilde Napoleon alsnog een poging doen om zijn heerschappij uit te breiden. Zijn tegenstanders vormden een coalitie bestaande uit Rusland, Groot-Brittannië, Pruisen, Zweden, Spanje, Portugal en uiteindelijk ook Oostenrijk. De oorlog met deze “zesde” coalitie werd voornamelijk uitgevochten in het huidige Duitsland en Polen. Napoleon stond voor de opgave om een nieuw leger samen te stellen. Zijn soldaten rekruteerde hij op verschillende manieren. Ook de leden van de Nationale Garde moesten eraan geloven. Deze garde was oorspronkelijk bedoeld voor het handhaven van de openbare orde en zou niet in actieve dient in de Armeé worden opgeroepen. Via een list is dit toch gebeurd. De leiding van de Nationale Garde verzocht, smeekte bijna, om de garde toe te laten in het roemruchte leger. Gesteld werd dat alle leden van de garde stonden te trappelen om mee te mogen vechten. En dat gebeurde dus. Er werd op basis van een decreet uit Parijs in april 1813 een 88ste cohort gevormd via conscriptie (dienstplicht). In totaal zijn zo’n 10 -12.000 Hollanders in deze fase op veldtocht gegaan. In Wesel werd het 146ste Regiment Infanterie gevormd.
×